Hein Vanhaezebrouck ziet toch lastig probleem bij Club Brugge: "Je voelt het altijd als er gewisseld wordt, in de negatieve zin"

Club Brugge maakte het zichzelf nog heel moeilijk tegen Antwerp dit weekend. Met een 0-3 voorsprong tijdens de rust voor blauw-zwart, eindigde de wedstrijd nog op 2-3.
Club Brugge begon héél goed afgelopen zondag. Het oogde meteen een pak scherper dan Antwerp en na negen minuten spelen trof Jutgla al een eerste keer raak. Uiteindelijk ging Club met een 0-3 voorsprong de rust in.
Na de pauze liep het nog even goed, tot de 1-3 van Vincent Janssen volgde. Nadien viel de 2-3 en moesten de Bruggelingen overleven tot het laatste fluitsignaal. Hein Vanhaezebrouck zag waar het aan lag.
"Het was vooral een kwestie van offensieve nonchalance", zei hij bij Het Nieuwsblad. "Doordat het in de tweede helft nog vlotter liep dan in de eerste, lieten ze na om de match volledig te killen. De Cuyper een keer, Tzolis die de bal nog teruglegde op Vanaken die niet vrijstond: ze hadden er 0-4 of 0-5 van moeten maken."
"Maar doordat je al 0-3 voorstaat, denk je dat je je wel een misser kan permitteren, wat meestal zo is, maar dit keer dus niet", gaat Vanhaezebrouck verder. En op de Bosuil kun je de wedstrijd best zo snel mogelijk killen, wat Club zou moeten weten. "Janssen scoorde ineens met een zondagsschot en Antwerp begon er opnieuw in te geloven."
Van de invallers was Vanhaezebrouck niet overtuigd. "Nicky Hayen gooide er ook een paar nieuwe spelers op en dan merk je weer dat dat niveau niet hetzelfde is. Je voelt het altijd als er bij Club gewisseld wordt, in de negatieve zin. Nielsen die dan stond te discussiëren met Van den Bosch in plaats van te focussen, bijvoorbeeld."
"Maar goed, dat neemt niet weg dat ik, in het algemeen, weer een sterk Club heb gezien. Hoe het voor rust de controle nam, heel makkelijk onder de druk uit voetbalde: echt knap. Er was een réden waarom de fans zongen dat het een oefenmatch was, hè. Alleen moeten ze nog beter met hun kansen omspringen, want bij Union en Genk ligt de efficiëntie toch hoger", besluit hij.
Brandon Morren