Olivier Deschacht ziet dat perceptie rond hem veranderd is: "Zelfs fans van Club Brugge vinden me nu een goeie speler"

Olivier Deschacht, jarenlang boegbeeld van Anderlecht, wordt vandaag met heel andere ogen bekeken dan tijdens zijn actieve carrière. Zelf vindt hij het opmerkelijk hoe de perceptie over hem veranderd is.

“Ik kom vrij arrogant over, maar dat heeft niets te maken met mijn persoonlijkheid", zegt hij in Het Nieuwsblad. “Ik ben gewoon wat asocialer dan de gemiddelde mens.” Die schijnbare afstandelijkheid heeft vooral te maken met zijn verlegen aard. “Als ik een drukke ruimte binnenkom, dan doe ik dat met mijne kop omlaag", vertelt hij.

“Ik zoek een hoekje op en observeer. Verlegen? Soms wel, ja. En dat zal ook niet snel veranderen.” Al voegt hij er met een knipoog aan toe dat zijn vrienden hem op zaterdagavonden weleens van een heel andere kant zien.

Deschacht weet dat hij een bepaald beeld oproept bij mensen. “Ik kan die algemene perceptie niet veranderen. Maar vaak hoor ik na een kort gesprek: ‘Ah, gij zijt eigenlijk wel een toffe gast.’” Het is een patroon dat hij steeds opnieuw ziet terugkeren, en waar hij intussen vooral de humor van inziet.

Wat hem nog meer opvalt, is hoe zijn populariteit pas echt groeide na zijn spelerscarrière. “Plots ben ik ne goeie", zegt hij met een mengeling van verbazing en milde ironie. “Tijdens mijn carrière heette het dat ik niet meekon en geen Anderlecht-type was.” 

Een treffend voorbeeld kwam er toen een Club Brugge-supporter hem aansprak. “Die zei: ‘Oli, ik heb u vroeger vaak uitgescholden, maar eigenlijk vond ik u wel een goede speler.’” Vandaag voelt hij zich beter in zijn vel dan ooit. “An sich is het wel prettig dat je nu met een glimlach en zonder getrokken messen met iedereen door de deur kan", besluit hij. “Zelfs met mensen die je bloed ooit konden drinken.”

Johan Walckiers