Een bedrag met zes nullen er achter: Anderlecht-jeugdproduct blijft maar in waarde stijgen: "Hij is de patron"

Foto: © photonews
Noah Sadiki heeft vorige week een mijlpaal bereikt: zijn honderdste wedstrijd voor Union Saint-Gilloise. Een knappe prestatie voor een twintigjarige, maar het is zo goed als zeker dat hij de tweehonderd niet meer haalt.
Onder meer Lyon toonde vorige zomer al interesse, en dat is sindsdien alleen maar toegenomen. Sadiki is bezig aan een indrukwekkend seizoen en lijkt klaar voor een stap hogerop.
Binnen Union geldt Sadiki als een toonbeeld van regelmaat. Sinds Sébastien Pocognoli overnam als coach, miste hij amper een competitiewedstrijd. “Na het vertrek van Cameron Puertas wist hij dat hij de ploeg zou moeten dragen, en dat doet hij”, zegt ploeggenoot Kevin Mac Allister in Het Nieuwsblad. Puertas zelf, intussen in Saoedi-Arabië, bevestigt: “Hij is nu de patron van de ploeg. Zelden zie je zo’n maturiteit bij een twintigjarige.”
Dat Sadiki stilaan uit zijn jasje groeit, blijkt ook uit zijn marktwaarde. Vorige zomer wees Union nog een bod van Lyon af, dat hem wilde huren met een aankoopoptie van 7 à 8 miljoen euro. Vandaag ligt zijn geschatte waarde al op 10 miljoen. Union mag zich dus opnieuw opmaken voor een stevige miljoenenwinst, na de 1,7 miljoen euro die het in 2022 betaalde aan Anderlecht.
Hoewel Sadiki met zijn 1m73 niet de grootste is, hoeft dat volgens kenners geen struikelblok te zijn. “Kijk naar Vitinha en Neves bij PSG, of mijn broer bij Liverpool", zegt Mac Allister. “Het draait om agressiviteit en slim positie kiezen, en dat heeft Noah zeker.” Ook Steven Defour, amper twee centimeter groter, ziet gelijkenissen: “Hij is modern, technisch sterk en tactisch intelligent. In een groter team moet hij gewoon naast een fysiek sterke middenvelder staan.”
Wat de volgende stap wordt, zal de toekomst uitwijzen. Maar dat Sadiki klaar is voor een grotere competitie, daarover lijken de kenners het eens. “Hij kan perfect meedraaien bij een grote club,” zegt ex-bondscoach Siquet. “Misschien niet bij de absolute Europese top, maar zeker daar net onder.”
Johan Walckiers