Franky Van der Elst vraagt tijd voor geplaagde JPL-coach: "Het bestuur moet ook stabiliteit bieden"
De druk op Wouter Vrancken bij AA Gent groeit, met sommige supporters die al "Wouter buiten!" roepen. Analist Franky Van der Elst vindt die kritiek echter onterecht.
"Dat hebben we dit seizoen al vaker gehoord. Maar soms denk ik dat Vrancken een paar jaar te vroeg bij Gent is gekomen", zegt Van der Elst in Het Nieuwsblad. Volgens Van der Elst speelt de ingrijpende reorganisatie bij Gent een grote rol in de huidige prestaties.
Er is veel veranderd binnen de club, merkt Van der Elst op. "Gent heeft een nieuwe staf, veel nieuwe spelers, en een nieuw bestuur dat zich richt op de verkoop van jonge talenten om de rekeningen op orde te krijgen. Dat is een goede visie, maar brengt niet direct resultaten. Vrancken heeft niet voor de makkelijke weg gekozen. Hem nu als zondebok aanwijzen zou erg ironisch zijn", legt hij uit.
Van der Elst benadrukt het gebrek aan ervaring binnen het team. "Je hebt jongens als Kums en Mitrovic, maar dat is het zowat. Het is een bewuste keuze van Gent om op jonge talenten te focussen. Spelers zoals Sonko en Gudjohnsen hebben veel potentieel, maar zijn nog te wisselvallig. Dat zie je ook terug in het voetbal: het is onvoorspelbaar, zoals Belgisch weer."
Wat heeft Vrancken nodig om Gent te stabiliseren? "Tijd", zegt Van der Elst resoluut. "Hij heeft bij KV Mechelen en RC Genk laten zien wat hij kan. Nu moet het bestuur, met nieuwkomer Sam Baro, die stabiliteit ook bieden. Gelukkig heeft Vrancken ervaren krachten zoals Schepens en Vidarsson om hem daarbij te ondersteunen."
Volgens Van der Elst is het nog niet zo slecht gesteld met Gent. "Ze staan nog steeds zesde. De laatste vier competitiewedstrijden voor Nieuwjaar, met drie thuiswedstrijden tegen haalbare tegenstanders, worden cruciaal. Als ze daarin goed presteren, nestelen ze zich steviger in de top zes."
Hij besluit: "Als Gent op het einde van het seizoen in de top zes eindigt, is het eerste jaar van Vrancken gewoon geslaagd. Dan moet er niet te veel gezeurd worden."
Johan Walckiers