Besnik Hasi legt uit waarom hij zo tierde en schreeuwde: "Dribbelen, dribbelen,... ze willen met de bal in de goal lopen"

Foto: © photonews
Anderlecht ging zaterdagavond met 2-0 onderuit tegen Union Saint-Gilloise. Het is al de derde nederlaag op rij in de Champions' Play-offs, na verliespartijen tegen Club Brugge en Genk.
Coach Besnik Hasi toonde zich na afloop realistisch en kritisch. “Tegen dit Union moet je veel beter zijn om hen in de problemen te brengen. In het eerste kwartier was Union feller en scherper. Het is hier moeilijk voetballen. Dat is hier zo voor élke ploeg", gaf Hasi toe.
“Gaandeweg kwamen wij wel beter in de wedstrijd, maar we konden moeilijk de bal vooraan bijhouden. Net op het moment dat je denkt: deze eerste helft eindigt gelijk, geven we het weg door dom balverlies.”
In de tweede helft probeerde Hasi het tij te keren met twee wissels. “We kwamen beter in het spel, maar zonder echt grote kansen te creëren. We brengen een tweede spits, maar dan missen we de maturiteit om ballen in de box te brengen. We blijven maar dribbelen, dribbelen nog eens. Zo is het héél moeilijk om tegen Union iets te forceren.”
Met vertrouwen heeft dat volgens Hasi niets te maken. “Dat is gewoon hun spel: één-tweetjes, dribbelen tot in de goal. Maar wij? Wij missen die laatste pass of voorzet. Angulo wil nóg eens kappen… Ik heb liever dat je die bal gewoon voorzet.”
Hasi legde ook enkele tactische keuzes uit. “We hebben Lucas Hey op rechts gelaten omdat zij daar drukken met Ivanovic. Dan is er aan de overkant meestal eentje vrij. Adryelson begon tegen David, en telkens als Lucas de bal had, kwam het tegenovergestelde team naar binnen. De bedoeling was dat Angulo dan in stelling kwam, maar het rendement bleef uit.”
Tot slot zag de coach te weinig dreiging en geloof in eigen kunnen. “We hebben geprobeerd met andere jongens, maar zonder echt gevaar. Je moet de wingbacks in de box brengen, durven. We moeten gewoon veel beter zijn om dit Union pijn te doen. Dit heeft niks met vertrouwen te maken, maar met keuzes, met maturiteit en met lef.”
Johan Walckiers